Weten wat er leeft? Veiligheid, daar draait het om.

Bent u ook een bestuurder die graag wil weten wat er leeft onder het personeel? Maar realiseert u zich dat dat verrekte lastig is. Ondanks uw goede bedoeling. Uw deur staat altijd open. U streeft naar gelijkwaardigheid in gesprekken en loopt veel rond. Maar toch bent u er niet helemaal van overtuigd dat u voldoende weet wat er leeft onder het personeel.

U bent niet de enige. Onlangs sprak ik enkele bestuurders die zitten met deze vraag. Het antwoord zit opgesloten in het creëren van een veilige sociale-omgeving. Een dooddoener. Maar ook zo waar. En ik hoor u denken: “Ik doe er alles aan om veilige situaties te creëren. Dus hoezo veiligheid.” En dat is te prijzen maar het creëren van een sociaal-veilige omgeving doet u niet alleen. Dat is iets tussen mensen.

De meest sociaal-veilige omgeving is een een-op-een gesprek. Dat geldt voor u maar ook voor uw gesprekspartner. In een een-op-een situatie hoeft u alleen rekening te houden met de veiligheidsbehoefte en veiligheidssignalen van uzelf en uw gesprekspartner. Dat wil niet zeggen dat vanzelfsprekend al het ongezegde boven tafel komt. Maar sociaal-veiliger kan de situatie niet zijn.

Stelt u zich eens voor waarmee u allemaal rekening houdt als u een gesprek voert met drie mensen? U houdt rekening met het effect van uw woorden op elk van deze drie. Maar ook op de relaties tussen elk van deze drie. En hoe dat zou kunnen doorwerken op de achterban van elk. En u vangt signalen op. Mogelijk zijn die strijdig. Enz. Er gebeurt ongelooflijk veel in uw hoofd in zo’n gesprek. Maar niet alleen bij u. Hetzelfde gebeurt bij uw gesprekspartners. Is het dan raar dat veel ongezegd blijft? Ik denk het niet. Hoe meer mensen, hoe onveiliger de situatie.

Mijn stelregel. Wilt u breed en oppervlakkig worden geïnformeerd? Kies dan voor een gesprek met een grote groep. Wilt u diep en smal worden geïnformeerd? Kies dan voor een-op-een gesprekken. Wilt u goed weten wat er leeft onder het personeel? Dan is een combinatie van beide het beste.

Waarom een hark essentieel is!

In veel organisaties waar ik kom wordt nogal denigrerend omgegaan met het organogram. Meestal wordt dan niet gesproken over de organisatiestructuur maar over de hark. Bovendien op een manier waarop het lijkt alsof de hark een noodzakelijk kwaad is. Niets is minder waar.

Het organogram geeft aan wie waarvoor verantwoordelijk is.

Stel dat er een probleem is bij school A. Dan is duidelijk dat de Directeur van school A wat te doen heeft. Daarover kan geen misverstand bestaan.

Maar stel nu dat het bestuur de directeuren van school A,B en C vraagt gezamenlijk een voorstel te doen om een probleem op te lossen. Dat is wat ik in de praktijk vaak tegen kom. Natuurlijk wordt gehoopt dat de directeuren er samen uit komen. En in veel gevallen zal dat ook het geval zijn. Maar ik hoop dat elke directeur daarbij niet het belang van zijn eigen school uit het oog verliest. En bereid is, omwille van het belang van zijn school, te verklaren zich niet te kunnen vinden in een voorstel dat door de overige directeuren wordt gedaan. En dat hoop ik om drie redenen.

  1. Het dienen van het schoolbelang is de reden waarom de functie van schooldirecteur bestaat. Zonder schooldirecteur zou de verantwoordelijkheid voor het schoolbelang liggen bij het bestuur of de teamleiders binnen de school. Kennelijk, door het creëeren van de functie van schooldirecteur, heeft de organisatie ervoor gekozen die verantwoordelijkheid niet over te laten aan hen maar aan een directeur.
  2. Het organogram geeft een duidelijk antwoord op de vraag waar de verantwoordelijkheid ligt voor bovenschoolse vraagstukken. Namelijk bij het bestuur. Wie anders? Het bestuur ontleent zijn bestaansrecht aan deze verantwoordelijkheid. Anders was de functie van bestuur niet in het leven geroepen en zou die verantwoordelijkheid wel zijn belegd bij directeuren.
  3. Voor het nemen van de beste beslissingen is het hebben van een breed en zo scherp mogelijk beeld van belang. Dan helpt het als alle betrokkenen zoveel mogelijk vanuit het eigen belang inbrengen en niet bij voorbaat al concessies doen voor het bereiken van een compromis.

Makkelijke en moeilijke beslissingen

Voor heel veel situaties is het hebben van een duidelijke organisatiestructuur niet noodzakelijk voor het nemen van de beste beslissingen. Namelijk als het gaat om makkelijke beslissingen met weinig impact. Echter, als het spannend en ingewikkeld wordt is een duidelijke hark cruciaal. En juist voor die situaties is de organisatiestructuur ingericht.

Mensen zijn gelijkwaardig. Functies hoeven dat niet te zijn.

In die zin is het te vergelijken met de Brandweer. Die wordt voorbereid en ingericht op het bestrijden van grote branden. En bij een grote brand is duidelijk over de hark en daar naar handelen cruciaal. Er is geen discussie over wie beslist. Dat is de commandant. Maar veelal, bij kleine eenvoudige klusjes zoals een kat uit de boom halen, speelt de hark nauwelijks een rol en wordt er vanuit gelijkwaardigheid gehandeld.

Individuele zelfsturing in organisaties

Hoe kan een organisatie ervoor zorgen dat individuele zelfsturing ten goede komt van de organisatie? Dat zou kunnen via de ROER (R-espect, O-precht, E-igenaarschap, R-eflecteren)-waarden voor zelfsturing in combinatie met het protocol zelfsturing. Hierbij een link naar een toelichting en uitwerking.

Zelfsturing is wenselijk en noodzakelijk

In het professionele werk, zoals onderwijs, zijn vele personen betrokken met diverse en soms strijdige belangen. Mensen die werkzaam zijn in deze sectoren hebben te maken met wet- en regelgeving, beleid, regels en procedures. De kernwaarden van de organisatie, het personeelsbeleid, functieprofielen beschrijven in meer of mindere mate het gewenst gedrag. De praktijk laat zich niet altijd in deze gedragsregels persen. Geen situatie en medewerker is gelijk. Eenduidig handelen in dit enorme krachtenveld is ondoenlijk en ook niet gewenst. (Het kan worden vergeleken met autorijden. Te hard rijden is verboden maar er kunnen hele goede redenen zijn om het toch te doen. Bijvoorbeeld om een doodziek iemand naar het ziekenhuis te brengen) Het is juist de kwaliteit van de professional om hierin de juiste keuzes te maken, rekening houdend met al deze aspecten.

Zelfsturing binnen een samenwerkingsverband

Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen in formele functies, die met regels en middelen een gezamenlijk doel trachten te realiseren. Zelf gestuurde activiteiten dienen ten alle tijden ten goede te komen aan het samenwerkingsverband. Zelf gestuurde activiteiten die alleen leiden tot eigen voordeel of tot nadelen voor het realiseren van de organisatiedoelstelling zijn niet wenselijk. Maar hoe wordt dat nu bepaald in een samenwerkingsverband van tientallen of honderden mensen? Er kunnen nieuwe regels worden afgesproken. Echter, zelfsturing geeft de werknemer de ruimte om van de regels af te wijken. Regels kunnen helpen maar zijn niet de oplossing. De afstemming tussen zelfgestuurde activiteiten en de organisatie, het samenwerkingsverband kent twee aspecten, de waarden van zelfsturing en het zelfsturingsprotocol.

Via deze link vind je een uitwerking hiervan.

Verandering organisatiecultuur

Enige jaren geleden werd mij gevraagd als organisatiecoach de verandering van de organisatiecultuur van een onderwijsorganisatie te begeleiden. Ik ben er op in gegaan. Ik had enkele ideeën, gebaseerd op enkele inzichten en overtuigingen, ben daarmee aan de slag gegaan. En het werkte. Werkendeweg wordt me steeds duidelijker wat een organisatiecultuur is, hoe een cultuur zich ontwikkelt en hoe dat gericht kan worden beïnvloed. Kernbegrippen zijn:

  • zet niet de cultuur maar de organisatiedoelstellingen centraal
  • cultuur ontwikkelt zich via verandering van gedrag
  • vind en facilitair de sterke mensen

Hierbij de link naar het document waarin ik deze aanpak beschrijf en onderbouw.